Parochie Peerke Donders, Tilburg
Parochie Peerke Donders uit Tilburg op Twitter Parochie Peerke Donders uit Tilburg op Facebppl

Allerzielen - 02 november 2021


Geef me je hand en houd me vast
want het is nu zo donker om me heen.
Ik voel me soms zo mateloos alleen,
het leven draag ik als een last.

Wees stil, want woorden gaan verloren
in de orkaan die me overspoelt.
Ik weet dat je het goed bedoelt,
maar soms kan ik die woorden niet meer horen.

Geef me je schouder om op uit te huilen
en luister naar mijn eindeloos verhaal.
Vertaal mijn tranen in onuitgesproken taal,
geef me je armen om in weg te schuilen.

Wanneer je mij met warmte blijft omringen
zal de wereld niet zo koud meer zijn,
en zal ik - ondanks alle pijn - 
op een dag weer vogels horen zingen.
                            Manu Keirse


Evangelie (Joh. 11, 17 - 27)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

Bij de aankomst van Jezus
bleek Lazarus al vier dagen in het graf te liggen.
Nu lag Betanië dichtbij Jeruzalem,
op een afstand van ongeveer vijftien stadiën.
Heel wat Joden waren dan ook naar Marta en Maria toe gekomen
om hun medeleven te betuigen met het verlies van hun broer.
Marta, die gehoord had dat Jezus op komst was,
was Hem tegemoet gegaan; Maria was thuisgebleven.
Marta zei tegen Jezus:
'Heer, als U hier geweest was, zou mijn broer nooit gestorven zijn.
Maar ik weet zeker dat U ook nu nog alles aan God kunt vragen
en dat Hij het U zal geven.'
'Je broer zal opstaan', verzekerde Jezus haar.
'Dat weet ik,' zei Marta,
'hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag.'
'Ik ben de opstanding en het leven', zei Jezus.
'Wie in Mij gelooft mag dan wel sterven, toch zal hij leven;
en iedereen die leeft en in Mij gelooft,
zal in eeuwigheid niet sterven. Geloof je dat?'
'Ja Heer,' antwoordde Marta,
'ik geloof vast dat U de messias bent,
de Zoon van God, degene
die in de wereld komen zou.'
                       KBS Willibrord 1995


Bezinning

Als je moet afgeven wat je het meest liefhebt
dan is er geen gisteren, geen vandaag
en geen morgen meer.
Dan is er geen tijd meer,
dan is er alleen heimwee.
Alles wordt dan heimwee.
De tijd wordt eeuwigheid
en in dat heimwee zit de liefde.
Woorden worden zinloos,
alles wordt beeldloos, onverklaarbaar, mysterie.

Het menselijk omhulsel was zo belangrijk.
En toen kwam héél zachtjes naar binnen,
druppel per druppel: 'de rijkdom van het gemis'.
De druppels werden water, helder water.
Ik volgde de loop van dat klaterend vocht
en ik kroop langs de bedding omhoog
en hield me vast aan het licht.
en zo kwam ik bij 'de Bron',
ik ademde even en kreeg dorst.
Hij, de Bron, leste mijn onverklaarbare wens.
Hij zei: "Je bent maar een mens".
Hij, de Bron, nam me in zijn armen
en toen werd het rustig in mij.
Ik dronk gulzig van het levend water
en sprak: "Onze Vader". 
Hij zei: "Wees gegroet"...
                 L. Vanbockrijck